Zonen die hun vaders opvolgen. Dat is altijd een beladen proces. Voor beide generaties. Met trots en tranen. Met vergelijken en veranderen. Met loslaten en vastpakken. In een bijzondere mengeling van verleden, heden en toekomst.
Leo Overweel en Nico van der Have begonnen in 2003 met A&M. 21 jaar later groeien hun zonen Tom Overweel (31), Menno Overweel (28) en Joost van der Have (23) in het bedrijf. Leo zegt eerlijk dat hij het soms moeilijk vindt, maar begrijpt vooral: ‘Als we alles onder ons houden, dan kunnen de mensen en de winkel niet doorgroeien.’ Nico benadrukt de kwaliteit van het nieuwe managementteam onder leiding van algemeen directeur John Jaques, die zijn ervaring en senioriteit inbrengt.
‘Onze vaders zeggen altijd: het zou wel heel stom zijn als jullie dezelfde fouten gaan maken als wij, dus práát, vraag wat je wilt weten en zoek dan je eigen weg’, vertelt Menno. ‘Alleen met social media en digitalisering hoeven we niet bij ze aan te komen, haha.’
‘Wat ze allebei sowieso heel goed kunnen, is rekenen. Je kan ze nooit voor de gek houden. Dan kom je met een goed idee en rekenen zij dat binnen drie seconden helemaal de grond in…’ Joost: ‘Ik was wel benieuwd in hoeverre ze het echt zouden kunnen loslaten, maar zeker sinds afgelopen jaar gaat dat best soepel.’
Leo en Nico zetten bij de start van hun bedrijf hun ambities op een A4tje. Een jaaromzet van 80.000 euro en maximaal 20 medewerkers was het toekomstbeeld. 21 jaar later maakt A&M jaarlijks een miljóenenomzet. ‘Vroeger deden die twee echt alles samen’, vertelt Menno in retrospectief, ‘zaten ze overal bij, altijd. Nu zijn we zo groot dat dat niet altijd meer kan.’
Tom: ‘Het is sowieso anders. Zij begonnen met niets. Gewoon keihard werken om het op te bouwen. Vroeg weg, laat thuis. Wij zijn op een rijdende trein gestapt, hebben een basis en een team met anderen die ook het werk doen.’
Joost woont sinds een jaar op zichzelf. Hij riep vroeger vaak dat hij het heel anders wilde doen dan z’n vader Nico. ‘Maar ik merk steeds meer dat ik wel een kind van m’n vader ben. Dus ik ben eigenlijk het liefste hier op de zaak bezig. Dat groeit zo… Zodra je verantwoordelijkheden krijgt, wil je het goed doen, dan blijft die zaak toch bij alles je knagen en ga je toch weer zitten om iets af te maken of beter te doen.’
Tom: ‘Nee, er is nooit enige druk geweest om in de zaak te komen. Wel om iets te dóen, iets te bereiken. Mijn vader zei altijd: al wil je de hele dag vegen, is dat ook goed, maar zorg dan wel dat je een van de beste vegers wordt!’
Voor Menno leek het in eerste instantie te makkelijk om bij zijn vader in de zaak te gaan. Hij deed een opleiding hotel en evenementen, was privébutler en werkte een jaar in het legendarische restaurant Old Dutch. ‘Maar daarna was wel duidelijk m’n toekomst toch hier lag en ben ik de zaak ingerold. Inmiddels weet ik dat dat zeker niet te makkelijk is. Als zoon van de eigenaar moet jezelf wel altijd bewijzen…’
Joost: ‘Na mijn mbo-opleiding ben ik drie maanden naar Nieuw Zeeland geweest. Daar woont een broer van m’n vader. Toen ik terugkwam, wilde ik aan een HBO-opleiding gaan beginnen, maar toen kwam Corona en deed ik heel even niets. M’n vader zei toen: ga dan maar met mij mee! Ik ben nooit meer weggeweest. En die HBO-opleiding doe ik nu naast het werk. Bedrijfskunde. In juni ben ik klaar. Achteraf gezien is dat echt veel beter geweest. Ik had die afgelopen jaren in de zaak nooit willen missen. En andersom: door die opleiding ben ik op een andere manier naar onze bedrijfsprocessen gaan kijken. Digitalisering daarvan is echt een prioriteit in de komende jaren.’
‘Net als dat we onze data over grondstoffen veel beter moeten gaan gebruiken. Daarmee kunnen we onze klanten helpen bij het maken van strategieën in duurzaamheid en circulariteit. Dat wordt een nieuwe usp.’
Tom: ‘Ja, onze vaders koesteren dat imago van je bent en je blijft altijd een schrootboer. Maar ze zagen ook goed en op tijd dat er nu iets anders wordt gevraagd in duurzaamheid, CO2-reductie en in recycling van grondstoffen, die wereldwijd heel schaars worden. Daardoor weten wij heel goed waar we vandaan komen, maar ook waar we naar op weg zijn.’
Maar ook het reguliere personeel vraagt om een andere aanpak dan voorheen, weet Menno: ‘Vroeger had je werk en deed je er alles aan om je werk te houden. Zo zijn wij opgevoed. En als je op je kloten kreeg, kreeg je goed op je kloten en dan ging je weer verder. Dat is nu lastiger, want als het even tegenzit, zijn ze snel weg. Voor ons is het nu veel meer de binding zoeken, motiveren, stimuleren en zorgen voor een goede sfeer in de ploeg.’
Tom: ‘Wat wel blijft, is dat je hier keihard moet werken. De ochtendploeg begint om 6 uur. Sjouwen, ook in de kou en de regen. Als ze dan aan het eind van de dag onder de douche staan, vallen ze bijna in slaap’.
Menno: ‘We kunnen zelf ook nog alles hoor! Op zaterdagen doen we vaak nog mee. Op de kraan, maar ook eronder. Dat is voor ons fijn om te doen en de jongens op de vloer waarderen dat wel…’
‘Dat was wel emotioneel, haha. Joost begon eerst, en toen gingen we helemaal… Trots… Op het bedrijf, op onze vaders. Gelukkig… Zo voelde het… Met mensen die het je echt gunnen. Nee, we zijn normaal niet zo, maar dan sta je daar met z’n allen… Toen kwam er even geen woord meer uit.’
‘Ja, dat speelde ook mee, dat we het net zo goed willen doen als zij. Liefst nog beter. Dat voelt als een grote verantwoordelijkheid. Maar als je dan die 250 mensen op dat terras ziet zitten, weet je ook dat je het echt met elkaar kan doen…’
Joost: ‘Ruzies zijn maar voor heel even en het gevoel dat je voor elkaar klaarstaat, is voor altijd. Wat we vandaag ook meemaken, we gaan morgen toch weer met elkaar verder.’
Leo Overweel en Nico van der Have begonnen in 2003 met A&M. 21 jaar later groeien hun zonen Tom Overweel (31), Menno Overweel (28) en Joost van der Have (23) in het bedrijf. Leo zegt eerlijk dat hij het soms moeilijk vindt, maar begrijpt vooral: ‘Als we alles onder ons houden, dan kunnen de mensen en de winkel niet doorgroeien.’ Nico benadrukt de kwaliteit van het nieuwe managementteam onder leiding van algemeen directeur John Jaques, die zijn ervaring en senioriteit inbrengt.
‘Onze vaders zeggen altijd: het zou wel heel stom zijn als jullie dezelfde fouten gaan maken als wij, dus práát, vraag wat je wilt weten en zoek dan je eigen weg’, vertelt Menno. ‘Alleen met social media en digitalisering hoeven we niet bij ze aan te komen, haha.’
‘Wat ze allebei sowieso heel goed kunnen, is rekenen. Je kan ze nooit voor de gek houden. Dan kom je met een goed idee en rekenen zij dat binnen drie seconden helemaal de grond in…’ Joost: ‘Ik was wel benieuwd in hoeverre ze het echt zouden kunnen loslaten, maar zeker sinds afgelopen jaar gaat dat best soepel.’
‘We hebben van ze geleerd dat je thuis ook niet alles moet willen vertellen’
Als vanzelfsprekend komt het verhaal ook op de rol die de moeders spelen. ‘Zowel Leo als Nico zeggen dat je zo sterk wordt als je vrouw je toelaat’, zegt Joost daarover. ‘Onze moeders hebben onze vaders altijd de ruimte gegeven. En wij hebben van ze geleerd dat je thuis ook niet alles moet willen vertellen… Dat snapte ik vroeger niet. Dan dacht ik wel eens van: Pa, vertel nou gewoon! Nu ik zelf in de zaak zit, snap ik het. Soms moet de ander wel het hele plaatje kennen, wil je een detail kunnen begrijpen…’Leo en Nico zetten bij de start van hun bedrijf hun ambities op een A4tje. Een jaaromzet van 80.000 euro en maximaal 20 medewerkers was het toekomstbeeld. 21 jaar later maakt A&M jaarlijks een miljóenenomzet. ‘Vroeger deden die twee echt alles samen’, vertelt Menno in retrospectief, ‘zaten ze overal bij, altijd. Nu zijn we zo groot dat dat niet altijd meer kan.’
Tom: ‘Het is sowieso anders. Zij begonnen met niets. Gewoon keihard werken om het op te bouwen. Vroeg weg, laat thuis. Wij zijn op een rijdende trein gestapt, hebben een basis en een team met anderen die ook het werk doen.’
‘Die ouwe van ons was ook op zaterdag altijd aan het werk, dus bij de voetbal hebben we hem weinig gezien’
Menno: ‘Die ouwe van ons was ook op zaterdag altijd aan het werk. Dus bij de voetbal hebben we hem weinig gezien. Maar wij doen nu op zaterdag precies hetzelfde. Mijn oudste is pas twee-en-half, dus voorlopig is dat geen probleem.’Joost woont sinds een jaar op zichzelf. Hij riep vroeger vaak dat hij het heel anders wilde doen dan z’n vader Nico. ‘Maar ik merk steeds meer dat ik wel een kind van m’n vader ben. Dus ik ben eigenlijk het liefste hier op de zaak bezig. Dat groeit zo… Zodra je verantwoordelijkheden krijgt, wil je het goed doen, dan blijft die zaak toch bij alles je knagen en ga je toch weer zitten om iets af te maken of beter te doen.’
Tom: ‘Nee, er is nooit enige druk geweest om in de zaak te komen. Wel om iets te dóen, iets te bereiken. Mijn vader zei altijd: al wil je de hele dag vegen, is dat ook goed, maar zorg dan wel dat je een van de beste vegers wordt!’
Voor Menno leek het in eerste instantie te makkelijk om bij zijn vader in de zaak te gaan. Hij deed een opleiding hotel en evenementen, was privébutler en werkte een jaar in het legendarische restaurant Old Dutch. ‘Maar daarna was wel duidelijk m’n toekomst toch hier lag en ben ik de zaak ingerold. Inmiddels weet ik dat dat zeker niet te makkelijk is. Als zoon van de eigenaar moet jezelf wel altijd bewijzen…’
Joost: ‘Na mijn mbo-opleiding ben ik drie maanden naar Nieuw Zeeland geweest. Daar woont een broer van m’n vader. Toen ik terugkwam, wilde ik aan een HBO-opleiding gaan beginnen, maar toen kwam Corona en deed ik heel even niets. M’n vader zei toen: ga dan maar met mij mee! Ik ben nooit meer weggeweest. En die HBO-opleiding doe ik nu naast het werk. Bedrijfskunde. In juni ben ik klaar. Achteraf gezien is dat echt veel beter geweest. Ik had die afgelopen jaren in de zaak nooit willen missen. En andersom: door die opleiding ben ik op een andere manier naar onze bedrijfsprocessen gaan kijken. Digitalisering daarvan is echt een prioriteit in de komende jaren.’
‘Net als dat we onze data over grondstoffen veel beter moeten gaan gebruiken. Daarmee kunnen we onze klanten helpen bij het maken van strategieën in duurzaamheid en circulariteit. Dat wordt een nieuwe usp.’
Tom: ‘Ja, onze vaders koesteren dat imago van je bent en je blijft altijd een schrootboer. Maar ze zagen ook goed en op tijd dat er nu iets anders wordt gevraagd in duurzaamheid, CO2-reductie en in recycling van grondstoffen, die wereldwijd heel schaars worden. Daardoor weten wij heel goed waar we vandaan komen, maar ook waar we naar op weg zijn.’
Tekst gaat verder onder de foto:
Dan de sociale component in het werk. A&M werkt ook veel met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De gemeente Rotterdam komt elke dag een ploegje brengen. Demontagewerk wordt met succes uitbesteed aan de Sociale Werkvoorziening.Maar ook het reguliere personeel vraagt om een andere aanpak dan voorheen, weet Menno: ‘Vroeger had je werk en deed je er alles aan om je werk te houden. Zo zijn wij opgevoed. En als je op je kloten kreeg, kreeg je goed op je kloten en dan ging je weer verder. Dat is nu lastiger, want als het even tegenzit, zijn ze snel weg. Voor ons is het nu veel meer de binding zoeken, motiveren, stimuleren en zorgen voor een goede sfeer in de ploeg.’
Tom: ‘Wat wel blijft, is dat je hier keihard moet werken. De ochtendploeg begint om 6 uur. Sjouwen, ook in de kou en de regen. Als ze dan aan het eind van de dag onder de douche staan, vallen ze bijna in slaap’.
Menno: ‘We kunnen zelf ook nog alles hoor! Op zaterdagen doen we vaak nog mee. Op de kraan, maar ook eronder. Dat is voor ons fijn om te doen en de jongens op de vloer waarderen dat wel…’
We zijn een familiebedrijf; het maakt niet uit of je hier schoonmaker bent of directeur’
De samenhorigheid binnen A&M bleek ook toen het 20-jarig bestaan vorig jaar werd gevierd in Spanje: ‘Het hele personeel was mee, plus aanhang. Onze vaste leveranciers en andere relaties waren erbij. Dat voelde wel als een grote familie. We zijn een familiebedrijf, kennen onder elkaar geen onderscheid, of je hier schoonmaakt of directeur bent.’‘Dat was wel emotioneel, haha. Joost begon eerst, en toen gingen we helemaal… Trots… Op het bedrijf, op onze vaders. Gelukkig… Zo voelde het… Met mensen die het je echt gunnen. Nee, we zijn normaal niet zo, maar dan sta je daar met z’n allen… Toen kwam er even geen woord meer uit.’
‘Ja, dat speelde ook mee, dat we het net zo goed willen doen als zij. Liefst nog beter. Dat voelt als een grote verantwoordelijkheid. Maar als je dan die 250 mensen op dat terras ziet zitten, weet je ook dat je het echt met elkaar kan doen…’
‘Ruzies zijn maar voor heel even; het gevoel dat je voor elkaar klaarstaat, is voor altijd’
Menno: ‘Het is aan ons om onderweg de waarden van een familiebedrijf hoog te houden. Wat dat betreft is het mooi om dat met m’n broers te doen, want zo zie ik Joost ook. Een van de voordelen is dat je gewoon ruzie met elkaar kan maken. Zeker met Tom. De stoelen hebben hier beneden wel eens door de kantine gevlogen. Maar een uur later weten we niet eens meer waar het over ging.’Joost: ‘Ruzies zijn maar voor heel even en het gevoel dat je voor elkaar klaarstaat, is voor altijd. Wat we vandaag ook meemaken, we gaan morgen toch weer met elkaar verder.’
Tekst: Frank Vijg
Fotografie: A&M Recycling