‘Ik ben mezelf voorbij gelopen. Mijn lichaam en geest werkten niet meer samen’, vertelt een openhartige Sorub Gaind tijdens een Rotterdamse zakenlunch in Restaurant STER. Sorub is tegenwoordig eigenaar van drie vestigingen van Belisol, maar hij had wel een wake-up call nodig om te komen tot waar hij nu staat.
Die wake-up call kwam uit onverwachte hoek. ‘Van een zuster van Rijndam Revalidatie, hier in Rotterdam.’ Sorub had het zwaar, een kleine 10 jaar geleden. ‘Ik werkte te hard. Van ’s morgens vroeg 9 uur, tot ’s avonds 21 of 22 uur. Ik was vertegenwoordiger. Iedere dag dacht ik na over hoe ik klanten binnen kon krijgen. Hoe ik ze kon adviseren. Ik kreeg uitval in mijn linkerarm. Ik dacht ’s nachts na over alles wat nog ging komen. Over mijn toekomst en over mijn dochter die net geboren was.’
De Rotterdammer had moeite met het leven, geeft hij toe. ‘Op momenten zag ik het leven niet meer zitten. Ik had altijd hard gewerkt, ik had wat bereikt, maar ik was in één keer alles kwijt. Ik kon mijn dochter niet optillen, mijn vrouw werkte en moest alles doen. Ik was niet meer de man die ik wilde zijn.’
Die wake-up call kwam uit onverwachte hoek. ‘Van een zuster van Rijndam Revalidatie, hier in Rotterdam.’ Sorub had het zwaar, een kleine 10 jaar geleden. ‘Ik werkte te hard. Van ’s morgens vroeg 9 uur, tot ’s avonds 21 of 22 uur. Ik was vertegenwoordiger. Iedere dag dacht ik na over hoe ik klanten binnen kon krijgen. Hoe ik ze kon adviseren. Ik kreeg uitval in mijn linkerarm. Ik dacht ’s nachts na over alles wat nog ging komen. Over mijn toekomst en over mijn dochter die net geboren was.’
Snurken
Sorub kan zich één ochtend nog goed herinneren. ‘Ik zei tegen mijn vrouw dat ik niet had geslapen. Maar zij vertelde dat ik had liggen snurken. Mijn geest stond heel de tijd aan. Dat heeft geleid tot uitval in mijn linkerarm. Twee jaar lang heb ik gerevalideerd, ik was voor 80 procent afgekeurd door het UWV. Het was een zware tijd.’De Rotterdammer had moeite met het leven, geeft hij toe. ‘Op momenten zag ik het leven niet meer zitten. Ik had altijd hard gewerkt, ik had wat bereikt, maar ik was in één keer alles kwijt. Ik kon mijn dochter niet optillen, mijn vrouw werkte en moest alles doen. Ik was niet meer de man die ik wilde zijn.’
Tot de orde geroepen
Bij Rijndam opende een zuster Sorubs ogen. ‘Zij zei: kijk hier eens om je heen jongen. Ja, jouw linkerarm doet het niet meer, maar je gaat niet dood. Dat was mijn wake-up call. Ik heb mijn leven anders ingedeeld en leerde om wel te genieten. Als ik mijn dochter bijvoorbeeld wel kon optillen. Het heeft me gemaakt tot wie ik nu ben. Ik probeer ook zoveel mogelijk terug te geven aan de samenleving. Ik ben tot de orde geroepen bij Rijndam en realiseer me nu wat het leven waard is.’Tekst: Cris Rolandus