Je bent nu al een tijdje weg bij het Erasmus MC. Mis je het opereren?
‘Helemaal niet. Ik heb dat met veel plezier overgedragen aan een geweldig team, waar ik heel blij mee ben. Het is gewoon iets wat je moet afsluiten, net zoals zoveel dingen in het leven. Ik benader dat enigszins zakelijk. Dat geldt ook voor het ouder worden. Je kan daar heel moeilijk over gaan doen, maar wees blij dat je ouder mág worden. In mijn beroep heb ik zo vaak gezien dat er mensen veel te vroeg zijn gesneuveld. Als je dan ouder mag worden, accepteer dan dat je een aantal dingen moet afsluiten. Zoals opereren, in mijn geval. Mijn ruime ervaring op dat gebied is natuurlijk goud waard, maar operatie-technisch zijn mijn jongere collega’s wel in het voordeel. Zo eerlijk moet ik wel zijn.’Ik kan me voorstellen dat opereren ook veel druk met zich meebrengt.
‘Dat was zeker zo. Veel mensen denken dat chirurgen een prachtig bestaan leiden. Dat is deels ook wel zo, maar het vak heeft twee kanten. Het is heel mooi als grote, ingewikkelde operaties slagen. Dan mag de patient na een paar dagen naar huis. Aan de andere kant kunnen zulke operaties ook complicaties met zich meebrengen, hoe goed je als chirurg zo’n operatie ook uitvoert. Dan ligt de patient nog weken in het ziekenhuis en word je elke dag geconfronteerd met het feit dat er iets niet goed gegaan is. Bij operaties voor kanker zie je bovendien vaak dat de ziekte binnen afzienbare tijd weer terugkomt. Dan is het leuk en aardig dat je als chirurg technisch heel ingewikkelde dingen doet, maar als patiënt schiet je er uiteindelijk niks mee op. Dat moet anders. En dat heeft me enorm gedreven in wat ik nu aan het doen ben.’Tekst gaat verder onder de foto
Jij hebt van de strijd tegen alvleesklierkanker jouw levenswerk gemaakt. Hoe staat het onderzoek naar nieuwe behandelmethoden er nu voor?
‘Alvleesklierkanker is een heel agressieve vorm van kanker, waar zware chemotherapie en bestraling maar heel geringe vorderingen laten zien. Bij andere agressieve vormen van kanker zoals long- en huidkanker weten we, dat immunotherapie voor een doorbraak heeft gezorgd. Immunotherapie betekent niets anders dan dat je gebruik maakt van je eigen immuunsysteem om kwaadaardige cellen aan te vallen. Het immuunsysteem kan ook tumorcellen aanvallen, alleen moet je dat immuunsysteem dan heel erg activeren. En precies dat is in het geval van alvleesklierkanker heel erg moeilijk, doordat de tumor zichzelf beschermt tegen het immuunsysteem. Door virussen, geactiveerde immuuncellen en vaccins proberen we het immuunsysteem zodanig te versterken, dat het de agressieve tumor kan aanvallen. Dit onderzoek geeft hoop voor nieuwe behandelmethoden.’‘We hebben vier miljoen binnengehaald!’, onderbreekt Casper zichzelf, terwijl een collega voorbij loopt. ‘Je bent weg en het lukt’, zegt zij lachend.
Vier miljoen?
‘Een subsidie die het KWF ons heeft toegekend. Zijn we natuurlijk ongelooflijk blij mee, want hiermee kunnen wij ons onderzoek naar dendritische celtherapie vervolgen. Dat is een behandelmethode waarbij speciale afweercellen, de dendritische cellen, worden gebruikt om het immuunsysteem te helpen kanker te bestrijden.’Als alles gaat zoals jij en jouw collega’s hopen, wat is er daarna dan nog?
‘We zullen elke keer weer die virussen verder moeten aanpassen om het nog optimaler te krijgen. Het kan best zo zijn dat voor bepaalde patiënten virus A goed werkt en voor anderen juist virus B. We moeten nu groot gaan denken. Grootschalige onderzoeken gaan opzetten, omdat we daar veel data uit kunnen genereren. We zijn nu op een punt aangekomen, dat we mensen vragen met ons mee te financieren. Investeren in vervolgonderzoek, om uiteindelijk grote doorbraken mogelijk te maken.’Tekst gaat verder onder de foto
Ben je door Support Casper zakelijker geworden?
‘De afgelopen jaren hebben we ontzettend veel gezaaid met Support Casper. Dankzij alle donaties, het geweldige werk van mijn collega’s en vrijwilligers zoals jij, Jan Dirk, zijn heel veel mooie dingen opgezet. We hebben goud in handen, maar nu moeten we dat verzilveren. Om groter te denken, heb je zakelijk inzicht nodig. En, laat daar geen misverstand over bestaan, dat is niet meteen mijn sterkste kant. Gelukkig zijn er genoeg mensen om me heen die daar heel goed in zijn.’Jouw levensdoel is van de meest dodelijke vorm van kanker een chronische ziekte te maken.
‘Het grote doel van mij en het hele onderzoeksteam is alvleesklierkanker genezen. Maar als daar al zestig jaar lang wereldwijd keihard aan gewerkt wordt, is het een utopie om te denken dat wij dit ineens kunnen realiseren. Kijken we naar de harde cijfers: bij zestig procent van de mensen die geopereerd zijn, komt de ziekte binnen twee jaar terug. En bij tachtig procent van de mensen die chemotherapie hebben gehad, groeit de tumor drie maanden na beëindiging daarvan alweer. Laten we eerst beginnen om die getallen te veranderen. Ik ben ervan overtuigd dat we het immuunsysteem dusdanig kunnen aanzetten, dat we de ziekte veel beter en veel langer onder controle kunnen krijgen.’Jij hebt al heel vaak slecht nieuws moeten brengen in je leven.
‘Zeker, maar dat is niet anders. Dat hoort er ook bij. De uitdaging is om dat zo goed mogelijk te doen. Ik heb me daar heel erg in verdiept in hoe je dat het beste kunt doen. Dat is zo belangrijk. Als dokter moet je patiënten niet alleen behandelen, maar ook begeleiden. Ik vind dat je de patiënt niet zomaar los moet laten als het aankomt op begeleiden. Zo heb ik ook altijd nazorggesprekken gevoerd met nabestaanden van patiënten die zijn overleden. Die nodig ik uit en vraag hun hoe ze mijn gesprekken hebben ervaren. Daar heb ik heel veel van geleerd. Dit zou standaard moeten gebeuren, maar helaas is de praktijk anders.’Tekst gaat verder onder de foto
Jij hebt in 2018 samen met Kees van den Boer het Haven Charity Gala opgezet. De opbrengsten kwamen jarenlang ten goede aan Support Casper. Dat is nu anders. Wrang?
‘Het is destijds mijn initiatief geweest om samen met Kees dat gala te organiseren. Zeker in het begin was dat fantastisch. In de haven wordt veel winst gemaakt en dan kunnen ze drie dingen doen: de winst naar de belasting brengen, investeren in een voetbalclub, of in innovatief onderzoek naar agressieve vormen van kanker. Mag jij invullen wat ikzelf verstandig vind om te doen. Dat de opbrengsten nu niet meer naar Support Casper gaan maar naar het Leontienhuis en S.V. Gio is op zich ook prima, maar wel vreemd en een beetje populistisch ook. Misschien hebben we als stichting iets verkeerd gedaan, geen idee. Maar als dat zo is, dan moeten ze dat toch open en eerlijk kunnen zeggen? Kunnen we alleen maar van leren. Wel opvallend: als mensen in hun netwerk iets hebben, dan weten ze me wel te vinden. Dan bellen ze niet met Leontien van Moorsel of Giovanni van Bronckhorst.’Casper van Eijck was jarenlang clubarts van Sparta en Feyenoord. Hij maakte veel mee en heeft ontzettend veel gelachen. Dat was een prettige afleiding van zijn baan in de medische wereld. Na ons gesprek met hem lepelt hij de ene na de andere anekdote op. Onder meer over Alfons Groenenwijk. ‘Fons vond zichzelf helemaal geweldig en eigenlijk te goed voor Sparta. Nico Jalink, Mike Snoei en die andere jongens vonden daar natuurlijk wat van. Toen we op trainingskamp waren in Malaga, hebben ze ergens briefpapier van de voetbalclub Malaga CF geregeld. Ze vroegen of ik daar in het Spaans op wilde schrijven dat de club geïnteresseerd was in Groenendijk. De volgende dag om half drie wilden ze kennismaken. Jalink en Snoei gingen snel aan een tafel zitten, waarna Groenendijk binnenkwam. Geláchen hebben we! Groenendijk kreeg door dat ik erachter zat en wat hebben die klerelijers toen gedaan? Ik had een vrije dag en ging golfen. Hebben ze posters gemaakt met de tekst “Happy Medical Hour, 14.00 uur” en deze overal in het hotel opgehangen. Stonden al die bejaarden om twee uur bij mij voor de deur. De één met een zere knie, de ander met een pijnlijke heup. Wat een ratten, die gasten!’
Maar in november 2025 is er een groot gala vanwege het tienjarig bestaan van Support Casper.
‘In Huis ter Duin in Noordwijk. Daar hopen we echt iets heel moois en groots van te maken. Ik hoop alleen niet dat de mensen tegen die tijd gala-moe zijn, want dan is het Havengala in mei inmiddels weer achter de rug …’Mis je de dug-out in de Kuip en het Kasteel?
‘Nee joh. Er zijn van die clubartsen die een soort fossielen zijn geworden en nauwelijks het veld nog in kunnen. Dat beeld wil ik van mezelf absoluut niet achterlaten. Ik heb een prima opvolger bij Feyenoord in Joost van der Hoek. Het is in de voetballerij van nu ook een kant op gegaan, waarin spelers eerder lijken op patiënten die af en toe kunnen voetballen. Terwijl we vroeger bij Sparta één verzorger hadden. En dat waren allemaal voetballers en heel soms hadden we een patiënt. Maar nu? Ze kunnen een helftje spelen of twintig minuten. Ik vind dat wel erg ver gaan.’Tekst gaat verder onder de foto
Toch ben je nu clubarts van het nationale elftal van Curaçao? Met Dick Advocaat, Cor Pot en Kees Jansma?
‘Een verademing! Daar spelen no-nonsensjongens, een genot om naar te kijken. Heel mooi om te zien hoe je ook een elftal kan managen, een elftal zonder pretenties en een glimlach op hun gezicht. Niet iedereen weet hoe ik deze rol heb gekregen. Dick is op een zekere leeftijd gekomen en zijn vrouw vond het om gezondheidsredenen geen goed idee dat hij dit avontuur aan zou gaan. Waarop Dick op het illustere idee kwam dan maar een dokter mee te nemen. Toen heeft hij me gebeld en gevraagd of ik die dokter wilde zijn. Ik vond het prima. En de enige die ziek is geworden, dat ben ik! Dengue. Behoudens een kleine jichtaanval bij Cor is de rest zonder problemen de tijd doorgekomen.’Weinig mensen weten dat jij ook jarenlang de arts van André Hazes sr. bent geweest.
‘Ja, bij al zijn concerten in Ahoy. Een hele ervaring! Zo was hij een keer zijn stem kwijt en kwam hij hier in het Erasmus bij de KNO-afdeling. Dan spoten ze zijn stembanden even in, waarna hij weer kon zingen. Dat waren voor mij wel openbaringen. Alleen op het laatst werd het een sneue situatie. Moest ik zuurstofflessen meenemen van het ziekenhuis, zodat André op het podium kon blijven staan.’Je kwam ook bij André thuis?
‘Dat deed ik vaak, om te kijken hoe ik hem kon helpen. Uiteindelijk was er geen way-out meer. Voor mij blijft hij nog altijd de beste artiest die Nederland ooit gekend heeft. Er waren zo ontzettend veel mensen om hem heen die schaamteloos van hem hebben geprofiteerd. Onder het mom van vriendschap. Dat heb ik heel veel mensen kwalijk genomen. Er is een film over Hazes gemaakt, waarin je ook zijn uitvaart ziet. Als je goed kijkt, zie je één lege stoel. De mijne. Ik wilde niet met al die profiteurs samen zijn.’Tekst gaat verder onder de foto
Hoe is het leven in Spanje?
‘Ideaal natuurlijk. Een heel andere dagindeling. Zoals altijd sta ik ook daar vroeg op en dan is er een lange aanloop tot aan de lunch. Rond drie uur meestal, vaak met een glas wijn erbij. Daarna even een uurtje liggen en weer door. Dat is gewoon heerlijk. En driehonderd dagen in het jaar staan we op met de zon. We wonen net boven Madrid. Of ik weleens naar Real ga? Het stadion is prachtig, maar je zit wel heel ver van het veld. Ik ben natuurlijk verwend geraakt, doordat ik altijd in de dug-out zat. Mijn scooter parkeerde ik gewoon voor de kleedkamer. Ja, dat kan bij Real natuurlijk niet. Ik kijk de wedstrijden liever thuis.’Stoppen is voor jou geen optie?
‘Nou, stoppen met opereren: ja. Stoppen met interesse in de gezondheidszorg en met name agressieve vormen van kanker: nee. Nu ik niet meer opereer, heb ik veel meer tijd om interessante vakliteratuur te lezen, zelf wetenschappelijke artikelen en goede aanvragen te schrijven. En jonge chirurgen enthousiasmeren om het uiteindelijk allemaal van me over te nemen. Je moet niet de illusie hebben dat je zelf al die wijsheid tot in den treure kan behouden.’Ben je trots?
‘Nou trots, dat ben ik niet zo van mezelf. Ik vind het wel mooi wat we bereikt hebben. We moeten het nu gaan verzilveren, echt die stap maken. En we zijn er bijna. Maar goed, dat is nog niet helemaal. Met drie wedstrijden te gaan en met vijf punten voor staan, wil ook nog niet zeggen dat je al kampioen bent. Die punten moet je wel eerst halen. Dat weten we maar al te goed met Excelsior-uit, haha!’Tekst: Nienke Landré & Jan Dirk Stouten
Fotografie: Vincent van Dordrecht